SPORT TECHNISCH

SPORT-TECHNISCH

Je wil nu al contact met PTC Rik + 32 498 399 280 zone Roeselare – Brugge – Damme – Knokke – Cadzand

bert 03

Veel mensen staan ooit wel eens stil bij de vraag waarom de ene mens bepaalde activiteiten beter onder de knie heeft dan de andere, of waarom de topsporters toch zoveel beter zijn in hun sport dan enkele andere sporters die soms nog meer trainen?

056rika

VOOR ELKE TOPSPORTER DIE MEER UIT ZIJN SYSTEEM WIL HALEN

Om hierop een antwoord te vinden, moeten we dieper kijken dan de arbeid die de sporters leveren om een doel te bereiken. In vele gevallen is niet enkel de arbeid belangrijk, maar ook de genetische capaciteiten van de mens. Deze kwaliteiten sturen onze bewegingen en mogelijkheden waardoor de ene mens een betere sportspecifieke techniek heeft dan de andere.

DSC01127

De mogelijkheid om exacte bewegingen uit te voeren ten opzichte van andere voorwerpen of plaatsen wordt bekomen door een samenspel van speciale zintuiglijke organen van het lichaam. Sommige van deze organen zijn extroceptief (ontvangen informatie van buiten het lichaam), andere zijn proprioceptief (ontvangen informatie van binnenin het lichaam). Hoe beter deze organen op elkaar afgestemd zijn, hoe preciezer je de bewegingen uitvoert.

Om informatie te ontvangen van buiten het lichaam doen we beroep op onze zintuigen. Voor het sporten en bewegen zijn dit voornamelijk de ogen, de oren en de huid.

sp 03

DE OGEN:  De ogen zijn zowat de belangrijkste extroceptieve organen. Ze hebben dan ook verschillende systemen om onze bewegingen te controleren:

Het brandpuntsysteem: Dit systeem herkent de voorwerpen die zich in het centrale gezichtsveld bevinden. De herkenning van voorwerpen wordt vooral beïnvloed door de lichtinval op het voorwerp.

Voorbeeld: Tijdens een ploegsport herkent de sporter zijn team door middel van dit systeem.

Het omgevingssysteem: Dit systeem is gespecialiseerd in de bewegingscontrole die zich over het volledige visuele veld verspreidt. Deze functie detecteert de beweging en de positie van de voorwerpen in de omgeving en bepaalt de relatie tussen de eigen bewegingen en deze van het voorwerp.

Het optische schema: Deze term wordt gebruikt voor het beschrijven van de lichtreflectie uit de omgeving op het oog. Het optische schema bestaat uit een waaier aan informatie over de individuele bewegingen in de omgeving.

  • Stabiliteit en evenwicht.
  • Snelheid van beweging doorheen de omgeving.
  • De richting van beweging ten opzichte van de voorwerpen in de omgeving.
  • Beweging van de voorwerpen ten opzichte van de beweger.
  • De tijd tussen het contact van de beweger en het voorwerp.

sp 06

DE OREN: Het oor ontvangt ook extroceptieve prikkels, namelijk geluiden waardoor de sturing of reactie van de uitvoering verbetert.

Enkele voorbeelden van hoe geluid een invloed kan hebben op de uitvoering:

  • Het geluid van het ritme dat ontwikkeld wordt wanneer we lopen;
  • Het geluid kan iets vertellen over de kracht waarmee je een oefening uitvoert;
  • Het geluid dat een gewricht maakt wanneer het onder een grote belasting komt.

Via dit zintuig kan er dus door de functionele trainer ook rekening gehouden worden met de mogelijkheden die nog voorhanden zijn om de oefening uit te breiden.

sp 012

DE HUID: De huid zit vol receptoren die verbonden zijn met de wervelkolom. Via miljoenen vezels die zich in de huid bevinden, vloeit er belangrijke informatie naar de receptoren. Deze informatie maakt veel duidelijk over de beweging en wordt dan ook doorgezonden naar de hersenen. De hersenen spelen in op de verkregen informatie door de houding van het lichaam aan te passen om op een optimale manier de vaardigheid uit te voeren.

Een aantal voorbeelden uit de fitness- en sportwereld waarbij de huid een belangrijke rol speelt:

  • Wanneer we op een fitbal liggen, krijgt de huid informatie over het glijden over de bal en de vloer. Deze lage vibratie zorgt er dan voor dat we de beweging bijsturen;
  • Tijdens een outdoorsport krijgen we voortdurend informatie naar de hersenen via onze huid. Zo kan er tijdens een voetbalwedstrijd rekening gehouden worden met de wind wanneer men een bal trapt.

sp 07

PROPRIOCEPTIEVE ORGANEN

De proprioceptieve organen staan in voor het fysieke lichaam. De belangrijkste aspecten van het lichaam zijn hier dan de houding, de pezen, de spieren en het evenwicht.

De hersenen krijgen proprioceptieve informatie van verschillende structuren van het lichaam. De proprioceptieve invoer is een deel van een complex systeem dat zorgt voor de relatie tussen de ruimtelijke bewegingen van het lichaam en het lidmaat in de ruimte. Deze informatie zorgt er bijvoorbeeld voor dat we de neus nog kunnen aanraken terwijl onze ogen gesloten zijn. De belangrijkste proprioceptoren van het lichaam zijn de spierreceptoren, de gewrichtreceptoren en het vestibulair systeem. In Tabel 2 wordt een overzicht gegeven van de verschillende functies van de receptoren.

DSC02969

Extroceptieve organen

Spierreceptoren Functie

Spoelcel

Deze cellen controleren de spierlengte. Ze geven informatie over de lengte en de tonus van een spier. Wanneer de spier uitrekt, sturen ze dit door naar het centraal zenuwstelsel. Een minder elastische spier stuurt minder prikkels door, waardoor de spier zich ontspant.

Golgi-pees orgaan

Naast het controleren van de spierspanning belet deze spierreceptor ook het reflexmatig samentrekken van de spieren terwijl je een activiteit uitvoert. Deze peeslichaampjes worden zowel tijdens een passieve uitrekking als bij een actieve contractie geprikkeld.

C-vezels

Ongemeylinizeerde vezels die instaan voor het verdragen van pijn, temperatuurverschillen en jeuk.
Gewrichtreceptoren Functie

Type 1

De type 1 gewrichtsreceptoren passen de mechanische receptoren aan van statische naar dynamische receptoren.

Daarnaast hebben deze tonische reflexen enkele effecten op de hals, ledematen, kaak- en oogspieren. Ze zorgen namelijk voor de posturale en kinetische gewaarwording.

Als laatste belangrijke functie staan ze in voor het helpen aan het tonische spiersysteem.

Type 2

De type 2 gewrichtsreceptoren passen de houding op een snelle manier aan door middel van laagdrempelige dynamisch mechanische receptoren. Ze doen dit door middel van een driefase systeem waarbij ze reflexen opwekken in de ledematen, hals-, kaak- en oogspieren.

Type 3

De effecten van de type 3 gewrichtsreceptoren zien we als het traag aanpassen van de receptoren. Hierbij controleren ze ook de spierspanning en de reflexopwekking. Dit type staat het golgi-pees orgaan bij.

Type 4

Deze vezels ontvangen de pijn en veroorzaken zo de prikkeling van de zenuwvezels. Hierbij zorgen ze voor de tonische effecten op de hals, ledematen, kaak- en oogspieren. Daarnaast wekken ze door beweging ook nog reflexmatige cardiovasculaire effecten op.
Vestibulair systeem Functie

Vestibulair systeem

Het vestibulair systeem is heel belangrijk in de visie van de functionele training. Het staat in voor de beweging van de zintuigen en de snelheid van de beweging van het hoofd, en dit in de driedimensionale vlakken waarin de oefeningen worden uitgevoerd.

Dit systeem situeren we vooral in de cervicale en oculaire systemen.

DSC02970

Om optimale functionele resultaten te bereiken moeten de proprioceptoren beter functioneren.

Het proprioceptieve systeem bestaat uit vele receptoren, die werken als onderdeel van het complex neuraal systeem en verder instaan voor het informeren van de hersenen over wat er in het innerlijke van het lichaam gebeurt. Samen met de informatie van de extroceptieve organen wordt een beeld gemaakt over de huidige status van het lichaam en stuurt zo de juiste reactie terug naar alle systemen van het lichaam.

Het neuraal systeem is belangrijk omdat het te maken heeft met hoe de hersenen de zintuig­lijke informatie verwerken om zo de motorische acties te maken. Het neuraal net­werk transporteert de prikkels die de activiteit van elke individuele spierspoel beïnvloedt.

Tijdens de training staan de proprioceptoren in voor het overdragen van de informatie naar de hersenen. Deze informatie wordt bekomen door prikkels over de positie, druk, spanning, torsie, spierlengte en spierspanning door te sturen.

DSC02989

Om een optimaal functioneel resultaat te bereiken met het trainingsprogramma gaan we uit van een zorgvuldige analyse waarbij er wordt nagedacht over de neurale effecten op het bewegen in het dagelijkse leven of het sporten. We moeten nagaan of de type 1 gewrichtsreceptoren het tonische spiersysteem activeren. Deze zijn namelijk verantwoordelijk voor het stabiliseren van de gewrichten. Wanneer dit over het hoofd wordt gezien, door bijvoorbeeld geïsoleerd te trainen, ontstaat er onvoldoende stimulatie van de receptoren in de gewrichten. Hierdoor ontstaat een verminderde motorische vaardig­heid, wat leidt tot een slechte houding. Een laatste aspect waarom de tonische spieren moeten worden gestimuleerd, is het vermijden van de vernietiging van de gewrichten.

DSC06265

Wat volgt is heel belangrijke informatie waarmee rekening moet worden gehouden bij het opstellen van je oefeningen. Er zijn dus een aantal zaken die steeds nagestreefd moeten worden om optimale fysiologische effecten te bereiken:

  1. De oefeningen moeten telkens zo voorzien zijn dat ze de aandacht vestigen op het tonische systeem en het drievlakkensysteem van het lichaam. Hierdoor ontstaat een grotere neurologische prikkeling en is er meer vaardigheid nodig;
  2. De houding moet extra aandacht krijgen, want een slechte houding leidt vaak tot ergonomische stress, afwijkende aanpassing aan een oefenprogramma en schade aan het li­chaam. Wanneer een oefening wordt uitgevoerd met een herhaalde slechte houding, zorgt dit voor prikkels naar de hersenen waardoor de hersenen deze pose als normaal ontwikkelen. Deze verkeerde houding heeft nefaste effecten op de activiteiten in het dagelijkse leven of de sport;
  3. Bijna alle activiteiten verricht in het werk- of sportmilieu vereisen dat het lichaam beweegt in een driedimensionaal onstabiele omgeving. Ook verandering van snelheid is een zeer belang­rijk aspect in de sport of de dagelijkse activiteiten. Daarom is het belangrijk om balans en coördinatie te ontwikkelen. Deze oefeningen hierbij een beroep doen op de tonische spiersystemen en het driefasensysteem;
  4. De rol van de functionele trainer bestaat erin om de mensen te sturen naar correcte trainingsmethoden, want het lichaam komt moeilijk terug naar zijn oorspronkelijke peil na een ernstig letsel.

sp 012

Elke activiteit is een taak voor het motorsysteem. Om te komen tot een correcte uitvoering van de opdracht zijn we afhankelijk van het vermogen en de snelheid waarmee het motorsysteem de passende antwoorden naar voor brengt.

Om tot deze fysiologische prikkelingen in het lichaam te komen, maken we zo veel mogelijk gebruik van onstabiele oppervlakken, zoals de fitbal, een balanceboard, maar ook van toestellen waarmee we grote bewegingen uitvoeren, zoals het kabelstation en vrije gewichten.

Door het ontwikkelen van ons vermogen om de gewrichten snel te stabiliseren en door het ontvangen van verschillende prikkels, verbeteren de prestaties en vermijden we de schade op lange termijn.

PTC Rik 04 - Jacques Gley

Moeten de lessen in de Fitness Club gebeuren? Bijlange niet, ik kan evenzeer functionele training geven bij jullie op de tennis, voetbal, …, bedrijf of bij je thuis, aan zee, bos, …  je wil me vooraf contacteren?

PTC Personal Training Rik Termote RoeselareGSM: 0498 399 280

Omgeving Roeselare – Brugge – Knokke – Kortrijk – Oostende

DSC_9390-

ptc_logo_orange